Τοῦτο βίος, τοῦτ’ αὐτό· τρυφὴ βίος· ἔρρετ’ ἀνῖαι. 
ζωῆς ἀνθρώποις ὀλίγος χρόνος. ἄρτι Λυαῖος,
ἄρτι χοροὶ στέφανοί τε φιλανθέες, ἄρτι 
σήμερον ἐσθλὰ πάθω, τὸ γὰρ αὔριον οὐδενὶ δῆλον.


Dit is nu het leven, precies dit. Het prachtige leven. Weg met de zorgen.
Mensen hebben maar een korte tijd van leven. Nu is het tijd voor Dionysos,
nu is het de tijd voor dansen en bloemenkransen. Nu is het tijd voor vrouwen.
Vandaag moet ik de goede dingen doen, want morgen is voor niemand duidelijk.


AP 5.72