ΕΠΙΣΤΟΛΗ ΠΡΟΣ ΜΕΝΟΙΚΕΑ


Vertaling fragmenten


ἀσεβὴς δὲ οὐχ ὁ τοὺς τῶν πολλῶν θεοὺς ἀναιρῶν͵ ἀλλ΄ ὁ τὰς τῶν πολλῶν δόξας θεοῖς προσάπτων.

Goddeloos is niet degene die het bestaan van de goden van de massa ontkent, maar degene die de goden toedicht wat de massa over de goden denkt. 

οὐ γὰρ πότοι καὶ κῶμοι συνείροντες οὐδ΄ ἀπολαύσεις παίδων καὶ γυναικῶν οὐδ΄ ἰχθύων καὶ τῶν ἄλλων͵ ὅσα φέρει πολυτελὴς τράπεζα͵ τὸν ἡδὺν γεννᾷ βίον͵ ἀλλὰ νήφων λογισμὸς καὶ τὰς αἰτίας ἐξερευνῶν πάσης αἱρέ σεως καὶ φυγῆς καὶ τὰς δόξας ἐξελαύνων͵ ἐξ ὧν πλεῖστος τὰς ψυχὰς καταλαμβάνει θόρυβος. 

Τούτων δὲ πάντων ἀρχὴ καὶ τὸ μέγιστον ἀγαθὸν φρόνησις. διὸ καὶ φιλοσοφίας τιμιώτερον ὑπάρχει φρόνησις͵ ἐξ ἧς αἱ λοιπαὶ πᾶσαι πεφύκασιν ἀρεταί͵ διδάσκουσα ὡς οὐκ ἔστιν ἡδέως ζῆν ἄνευ τοῦ φρονίμως καὶ καλῶς καὶ δικαίως οὐδὲ φρονίμως καὶ καλῶς καὶ δικαίως ἄνευ τοῦ ἡδέως. συμπεφύ κασι γὰρ αἱ ἀρεταὶ τῷ ζῆν ἡδέως͵ καὶ τὸ ζῆν ἡδέως τούτων ἐστὶν ἀχώριστον

Het gelukkige leven komt niet tot stand door drinkgelagen en onafgebroken feesten, noch door het genieten van jongens en vrouwen, of het eten van vissen of andere spijzen die de rijk voorziene tafel biedt, maar door nuchter denken, dat niet alleen de gronden onderzoekt van elk kiezen en vermijden, maar ook de ongegronde meningen uitbant waardoor de grootst mogelijke onrust zich van onze geest meester maakt. 

De basis van dit alles en het hoogste goed is praktisch verstand. Daarom is praktisch verstand zelfs waardevoller dan de filosofie. Uit dit verstand vloeien de andere deugden van nature voort, en het leert ons dat het niet mogelijk is om aangenaam te leven zonder verstandig, goed en rechtvaardig te leven, en evenmin om verstandig en goed en rechtvaardig te leven zonder aangenaam te leven. De deugden horen immers van nature bij het aangename leven en het aangename leven is met de deugden onlosmakelijk verbonden. 

λέγει ἐν ἄλλοις γίνεσθαι ἃ μὲν κατ΄ ἀνάγκην͵ ἃ δὲ ἀπὸ τύχης͵ ἃ δὲ παρ΄ ἡμᾶς͵ διὰ τὸ τὴν μὲν ἀνάγκην ἀνυπεύθυνον εἶναι͵ τὴν δὲ τύχην ἄστατον ὁρᾶν͵ τὸ δὲ παρ΄ ἡμᾶς ἀδέσποτον͵ ᾧ καὶ τὸ μεμπτὸν καὶ τὸ ἐναντίον παρακολουθεῖν πέφυκεν.

Hij houdt het er liever op dat sommige dingen noodzakelijkerwijze gebeuren, terwijl andere toevallig gebeuren en weer andere in onze macht liggen. Hij ziet immers dat wat noodzakelijk is niet afgewend kan worden, en dat het toeval onberekenbaar is, terwijl wat in onze macht ligt niet aan iets anders onderhorig is. Dit laatste kan dan ook onderwerp zijn van blaam of het tegendeel, lof.




Vertaling: Keimpe Algra

-omdat het mooi vertaald is-

ISBN  9065542922


© IPIR 2011